De precieze incidentie en prevalentie zijn niet bekend. Wel weten we dat bij 5 tot 10 procent van de basisschoolleerlingen sprake is van DCD.
Kinderen met DCD verrichten motorische handelingen duidelijk slechter dan hun leeftijdsgenoten. Motorische handelingen en dagelijks terugkerende activiteiten kosten veel inspanning. Deze kinderen hebben vaak langer de tijd nodig om nieuwe vaardigheden aan te leren. Naast de problemen met de (grove en/of fijne) motoriek, zijn er vaak ook problemen met het verwerken van informatie en kunnen zij last hebben van vermoeidheid en traagheid. Er kunnen problemen zichtbaar zijn op het gebied van leren, concentratie, gedrag of taal.
Dit is uiteindelijk van invloed op hun schoolprestaties en/of het zelfvertrouwen. Het is belangrijk DCD vroeg te signaleren. Met name de motorische onhandigheid leidt vaak tot onbegrip van de omgeving en een gevoel van onvermogen en frustratie bij het kind. Een mogelijk gevolg is dat kinderen ander gedrag kunnen gaan vertonen, zoals ontwijkgedrag, boosheid of faalangst.
- Implementatie landelijke richtlijn DCD op locatie Houthem/Venlo.
- Organiseren gezamenlijke ouderbijeenkomsten.
- Ontwikkelen ervaringscircuit voor kinderen/ouders (DCD-belevingsavond).
- Verbetering van bekendheid ontwikkelingsproblematiek passend bij DCD in de regio, bij zorgverleners en scholen.
- Functioneel oefenprogramma voor thuis, bijv. met Adelante oefenapp of online spelletjes.
- Informerend filmmateriaal toegespitst op de doelgroep (animatiefilmpjes).
- Videoconsult of beeldbelbespreking via Teams.
Provincie Limburg.
- Huisartsen: frequent.
- Algemene ziekenhuizen: regelmatig door kinderarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater.
- Academische ziekenhuizen: incidenteel door kinderarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater
- Overige: indirect komen veel verwijzingen tot stand op aangeven van paramedici en scholen, en soms van psychologen. Daarbij zijn huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen de verwijzers.
Poliklinische observatie en behandeling
Kinderen en jongeren met DCD kunnen worden gezien door ons expertiseteam voor een kortdurende observatie. Er wordt niet alleen gekeken naar de problemen, ook de sterke kanten van het kind worden in beeld gebracht. Samen met de ouders, eerstelijns behandelaren en school kijken we welke behandeling of begeleiding nodig is om de problemen te verminderen en bijkomende problemen te voorkomen. Hiervoor worden de mogelijkheden van het kind goed in kaart gebracht, wordt adequate begeleiding ingeschakeld en is er goede voorlichting aan alle betrokkenen. Op die manier zorgen we ervoor dat het kind weer zo optimaal mogelijk gaat functioneren in zijn eigen omgeving.
Poliklinische revalidatiebehandeling en ‘follow-up’ is wisselend qua intensiteit, duur en is hulpvraaggericht. Hierbij vindt regelmatig afstemming plaats met betrokken externe behandelaren en begeleiders vanuit (speciaal) onderwijs.
Adelante volgt de Nederlandse richtlijn voor diagnostiek en behandeling van kinderen, adolescenten en volwassenen met Developmental Coordination Disorder (DCD, 2019).
- Deelname landelijke paramedische werkgroep, werkgroep revalidatieartsen, werkgroep psychologen.
- 1x per 2 jaar deelname aan landelijk DCD-congres met vertegenwoordiging van alle disciplines (wenselijk).